Het rijke vogelleven op Texel is inmiddels ingebakken in mijn dagelijkse bestaan. Ik ga er veel opuit en geniet van deze bijzondere plek.

Het werk zoals het meeging vanuit de verschillende werelddelen, landen in Europa en plekken in Nederland is niet altijd te koppelen aan die ervaringen. Veel daarvan zou beter beschreven kunnen worden als het daar het talent voor had, maar ik ben een beelddenker. Daar waar het leven veel indruk op mij maakte, of waar ik door geraakt werd vond het zijn weerslag op doek of in installaties, in kunstenaarscollectieven in Zoetermeer, Gouda Sinds 2014 woon en werk ik op Texel. Ik kwam voor de liefde en samen met mijn man is er heel wat tijd en moeite gestoken in het verbouwen van ons huis en atelier. Hier heb ik mij uiteindelijk teruggetrokken om zoveel mogelijk en in alle rust nieuw werk te kunnen maken, te wennen aan een nieuw bestaan, nieuwe vrienden, andere contacten, en dit mooie eiland.

en Den Haag en in schilderijen die afgeborduurd worden. Ik noem deze werken coudrages.

De rust van dit leven hier geeft me de gelegenheid om een eerder leven opnieuw te beschouwen. IK werkte samen met mijn eerste man in leer-werkprogramma’s in Botswana en Tanzania, totdat hij op 44-jarige leeftijd overleed.


Daarna volgde een periode van rouw, waarin ik mezelf totaal moest herpakken en oriënteren en aandacht geven aan mijn lieve dochter die toen elf jaar was.

In die periode studeerde ik vijf jaar op de Vrije Academie in Den Haag.

Mijn verleden in Afrika was er in de eerste plaats een van leren en samenwerken, een zeer boeiende tijd. Kortom een zinvol bestaan bij de gratie van die samenwerking met mensen in een totaal andere samenleving en cultuur. Ik werkte in een plattelandsziekenhuis in Tanzania. Later voor jonge mensen en vrouwen, verbonden aan wat men noemt “The Brigades”. Ik heb me daar al die tijd erg thuis gevoeld en beschouw deze  jaren nog altijd als een verrijking: mee te kunnen werken aan een bestaan met perspectief. Later in de sloppenwijken van Dar Es Salaam i.s.m. Tanzaniaanse collega’s en Waste Consultants deed ik mee in de monitoring en in de administratie van Mapet, een programma ter verbetering en verduurzaming van sanitaire voorziening.


Het grootste deel van mijn werk bestond uit kadercursussen (textiele werkvormen) aan door vrouwen opgezette projecten in rurale gebieden.

Daar is de basis gelegd voor ontwikkelingen die nadien volgden nl. de liefde om het ambachtelijke te combineren met het kunstzinnige. Vaak was dit voor mijzelf nog onnavolgbaar wat ik aanging, ik begon maar gewoon. Overal waar mijn interesse naar uitging probeerde ik die vast te leggen op doek, in installaties, optochten tijdens de nacht van de cultuur en cultuurdagen in samenwerking met kunstenaarscollectieven.

En in borduurwerken en coudrages. Je kunt wel zeggen dat het een uit het ander volgde.

Het kan ook zijn dat ik een nieuwe techniek onderzoek of een tijdje niets maak, maar als mijn hart ergens sneller voor klopt, kom in beweging en geef me over aan een nieuw thema. Technisch gezien is het werken met draad de grote favoriet.

Een groot borduurwerk als de I Tjing (boek der veranderingen) plus de presentatie besloegen                                         8½ jaar en van daaruit ontstonden open borduurwerken op geschilderd doek, welke ik nu nog steeds maak

woon en werk ik op Texel. Ik kwam voor de liefde en samen met mijn man is er heel wat tijd en moeite gestoken in het verbouwen van ons huis en atelier. Hier heb ik mij uiteindelijk teruggetrokken om zoveel mogelijk en in alle rust nieuw werk te kunnen maken, te wennen aan een nieuw bestaan, nieuwe vrienden, andere contacten, en dit mooie eiland.

en Den Haag en in schilderijen die afgeborduurd worden. Ik noem deze werken coudrages.

De rust van dit leven hier geeft me de gelegenheid om een eerder leven opnieuw te beschouwen. IK werkte samen met mijn eerste man in leer-werkprogramma’s in Botswana en Tanzania, totdat hij op 44-jarige leeftijd overleed.


Daarna volgde een periode van rouw, waarin ik mezelf totaal moest herpakken en oriënteren en aandacht geven aan mijn lieve dochter die toen elf jaar was.

In die periode studeerde ik vijf jaar op de Vrije Academie in Den Haag.

Mijn verleden in Afrika was er in de eerste plaats een van leren en samenwerken, een zeer boeiende tijd. Kortom een zinvol bestaan bij de gratie van die samenwerking met mensen in een totaal andere samenleving en cultuur. Ik werkte in een plattelandsziekenhuis in Tanzania. Later voor jonge mensen en vrouwen, verbonden aan wat men noemt “The Brigades”. Ik heb me daar al die tijd erg thuis gevoeld en beschouw deze  jaren nog altijd als een verrijking: mee te kunnen werken aan een bestaan met perspectief. Later in de sloppenwijken van Dar Es Salaam i.s.m. Tanzaniaanse collega’s en Waste Consultants deed ik mee in de monitoring en in de administratie van Mapet, een programma ter verbetering en verduurzaming van sanitaire voorziening.


Het grootste deel van mijn werk bestond uit kadercursussen (textiele werkvormen) aan door vrouwen opgezette projecten in rurale gebieden.

Daar is de basis gelegd voor ontwikkelingen die nadien volgden nl. de liefde om het ambachtelijke te combineren met het kunstzinnige. Vaak was dit voor mijzelf nog onnavolgbaar wat ik aanging, ik begon maar gewoon. Overal waar mijn interesse naar uitging probeerde ik die vast te leggen op doek, in installaties, optochten tijdens de nacht van de cultuur en cultuurdagen in samenwerking met kunstenaarscollectieven.

En in borduurwerken en coudrages. Je kunt wel zeggen dat het een uit het ander volgde.

Het kan ook zijn dat ik een nieuwe techniek onderzoek of een tijdje niets maak, maar als mijn hart ergens sneller voor klopt, kom in beweging en geef me over aan een nieuw thema. Technisch gezien is het werken met draad de grote favoriet.

Een groot borduurwerk als de I Tjing (boek der veranderingen) plus de presentatie besloegen                                         8½ jaar en van daaruit ontstonden open borduurwerken op geschilderd doek, welke ik nu nog steeds maak.